Container is een softwarepakket dat alles bevat wat nodig is om software uit te voeren: een applicatie, zijn afhankelijkheden, bibliotheken en systeemtools. Dit zorgt voor een soepele werking van de software, ongeacht de omgeving waarin deze wordt ingezet.
Hoe containers verschillen van VM ‘ s (virtuele machines)
Om het concept van containers beter te begrijpen, is het handig om ze te vergelijken met meer bekende virtuele machines (VM ‘ s). VM ‘ s en containers zijn ontworpen om een geïsoleerde omgeving te creëren voor het uitvoeren van applicaties. Als alle hardware echter in de VM is gevirtualiseerd, wordt het besturingssysteem in de containers gevirtualiseerd. Dit maakt containers veel gemakkelijker en sneller te starten dan VM ‘ s.
De interne structuur van de container
Een container bestaat uit twee hoofdcomponenten: de container image en de container runtime environment. Een container image is een uitvoerbaar softwarepakket dat alle componenten bevat om de software uit te voeren. De container runtime is de software die containers uitvoert en beheert.
Voordelen van het gebruik van containers
Containers hebben tal van voordelen, waaronder::
- draagbaarheid. Omdat containers alles bevatten wat nodig is voor de werking van de applicatie, kunnen ze zonder problemen van de ene computeromgeving naar de andere worden overgedragen;
- effectiviteit. Containers zijn licht van gewicht en vereisen minder systeembronnen dan traditionele VM ‘ s, waardoor u meer containers op deze apparatuur kunt uitvoeren;
- schaalbaarheid. Containers kunnen gemakkelijk worden vergroot of verkleind, afhankelijk van de behoeften, waardoor ze een ideale oplossing zijn voor toepassingen met variabele werklast;
- isolatie. Elke container draait in zijn eigen geïsoleerde omgeving, die ervoor zorgt dat de werking van de applicatie in de container niet wordt beïnvloed door veranderingen in andere containers of het hostsysteem.
Het gebruik van containers
Containers hebben een brede toepassing gevonden op verschillende gebieden. Ze worden gebruikt in de architectuur van microservices, waarbij elke microservice in zijn eigen container werkt. Containers worden ook gebruikt in continuous integration en continuous deployment (CI/CD) pipelines om consistentie te garanderen in verschillende stadia van het ontwikkelingsproces.