RPO (Recovery point objective, “target recovery point”) is de maximale periode waarvoor gegevens verloren kunnen gaan. De hersteltijd van bestanden uit de back-upopslag mag de RPO-indicator niet overschrijden. Als de RPO bijvoorbeeld gelijk is aan 90 minuten, gaan de gegevens die in niet meer dan anderhalf uur zijn verzameld verloren. Daarom moet ten minste eenmaal per 90 minuten een momentopname worden gemaakt. Niet alleen bestanden op schijven kunnen worden geback-upt, maar ook applicatie-instellingen, serverbesturingssystemen en de status van processen in RAM.
audit van informatiebeveiliging
De keuze van disaster recovery-technologieën hangt af van de keuze van de minimale back-upfrequentie: fysiek of cloudplatform, type opslag, replicatiealgoritme.
De RPO wordt ingesteld op basis van hoeveel gegevens de gebruiker (client) kan verliezen in geval van een incident. Het berekenen van het break-even punt helpt om dit te bepalen, wanneer de kosten van gegevensverlies gelijk zijn aan de kosten van het waarborgen van hun beschikbaarheid. Idealiter zouden de kosten van restauratie niet overdreven of onvoldoende moeten zijn.